-
1 verlopen
verlopen11 [verstreken; niet meer geldig] expired♦voorbeelden:————————verlopen22 [vervallen] expire3 [zijn beloop nemen] go (off)4 [minder bezocht/beoefend worden] drop/fall off ⇒ go down(hill)5 [van profiel veranderen] taper (off), narrow6 [van loop/richting veranderen] change (course/direction)♦voorbeelden:6 het tij verloopt • the tide is going out; 〈 ook figuurlijk〉 the tide is turning; 〈 figuurlijk〉 things are changing for the worse -
2 geldig
♦voorbeelden:dat biljet is nog geldig • that ticket is still valideen geldig excuus • a valid/legitimate excusedie wet is niet meer geldig • that law is no longer in forceonze offerte blijft een week geldig • our offer stands/holds (good)/is open for one weekdit wordt pas geldig vanaf 1 januari • this won't take effect until 1 Januaryna 15 augustus is het kaartje niet meer geldig • the ticket expires after 15 August -
3 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg -
4 stroef
4 [niet gemakkelijk in de omgang] 〈bijvoeglijk naamwoord; m.b.t. karakter〉 revêche ⇒ 〈m.b.t. gezicht〉 rêche ⇒ 〈m.b.t. houding〉 peu liant 〈 bijwoord〉 d'une manière revêche♦voorbeelden:de onderhandelingen verlopen stroef • les négociations avancent laborieusementeen stroeve ontvangst • un accueil froid -
5 vlotten
1 [voorspoedig verlopen] marcher2 [drijven] flotter♦voorbeelden:de onderhandelingen vlotten nogal • les négociations vont bon trainhet werk wil niet vlotten • le travail ne marche pas -
6 normaal
-
7 plan
♦voorbeelden:een plan van een stad • le plan d'une villehet centraal economisch plan • le plan économique centralgewestelijk plan • plan régional d'aménagement du territoirevolgens plan verlopen • se dérouler selon les planseen ondoordacht plan • un projet hasardeuxhet plan bestaat (om) • l'intention est (de)het plan hebben • avoir l'intention (de)geen plannen hebben (om) • ne pas avoir l'intention (de)een plan laten varen • abandonner un projeteen plan maken • ébaucher un planhet plan opvatten (om) • projeter (de)iets van plan zijn • compter faire qc.iets niet van plan zijn • ne pas avoir l'intention de faire qc.vast van plan zijn • avoir la ferme intention de -
8 stroef
1 [ruw] rough, uneven2 [hortend, moeilijk bewegend; ook figuurlijk] stiff ⇒ difficult, awkward, 〈 hortend〉 jerky, 〈 hortend〉 brusque, 〈 bijna vast〉 tight3 [niet vlot, toeschietelijk] stiff ⇒ staid, 〈 onbeholpen〉 awkward, 〈 stug〉 stern, 〈 moeilijk van aard〉 difficult (to get on with) 〈 predicatief〉, 〈 gereserveerd〉 remote, 〈 gereserveerd〉 reserved, 〈terughoudend; informeel〉 stand-offish♦voorbeelden:2 een stroeve competitiestart • a difficult/sticky beginning of the competitioneen stroeve stijl • a stodgy/stiff styledat leest vrij stroef • that reads rather awkwardlyde onderhandelingen verlopen stroef • (the) negotiations are not proceeding smoothlyeen stroef gezicht • a stern/harsh facestroeve glimlach • a stiff smile
См. также в других словарях:
Gut (Subst.) — 1. Alles gut ist eines andern. – Petri, II, 7. 2. Altes Gut hinter rost gem Schloss macht neuen Adel mit blankem Tross. (Böhm.) 3. An eines Gutes Ansprach ist kein Verlust. – Klingen, 48 a, 1; Graf, 441, 332. Wer einen Rechtsanspruch an eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Spiel — 1. A grundehrlichs Spiel, sägt der Hämmerle von Aalen. (Aalen.) 2. Am Ende des Spiels wartet der Teufel. Engl.: Gaming has the devil at the bottom. 3. Am Spiel erkennt man, was in einem steckt. – Petri, II, 14. 4. An ein schön Spiel denkt man… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon